Gepubliceerd op 31-10-2017

afwijking

betekenis & definitie

afwijking - Zelfstandignaamwoord
1. (techniek) het niet goed afgesteld staan en naar een bepaalde kant neigen
Het stuur had een afwijking naar links.
2. (medisch) lichamelijk gebrek of het niet volledig bij het verstand zijn
Een aangeboren afwijking aan de aortaklep.
Het buurmeisje had een afwijking, maar was ook erg aardig.

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van afwijken met het achtervoegsel -ing

Synoniemen
[2] het zieke, het abnormale, het verkeerde

Antoniemen
[2] het normale, het gewone, het gezonde, het goede

Verwante begrippen
aberratie, anomalie, onregelmatigheid, verschil, deviatie