Gepubliceerd op 02-11-2017

staan

betekenis & definitie

staan - Werkwoord
1. (inerg) zich in verticale toestand van rust bevinden
Hij stond al een uur in de rij.
2. (auxl) ~ te: duratief hulpwerkwoord: tijdens het staan iets doen
Hij staat buiten te telefoneren.
Hij heeft een hele tijd staan telefoneren.
3. (auxl) ~ te: hulpwerkwoord van een, vaak dreigende, onmiddellijke toekomst
Dat staat te gebeuren.

Woordherkomst
afkomstig van:
Middelnederlands: staen
Oudernederlands: stān
Germaans: *stānan
Indo-Europees: *steh₂-