aftakelen - Werkwoord
1. ergatief slechter worden
♢ De auto was aan het aftakelen, maar reed nog wel.
2. (ov) (scheepvaart) een schip van zijn takelage of tuig ontdoen
♢ Een schip aftakelen.
3. (medisch) het door ouderdom of ziekte verliezen van lichaamsfuncties
♢ Hij is verder afgetakeld dan ik had verwacht, hij herkent me niet eens meer!
Woordherkomst
samenstelling van af(bijwoord) en takelen(werkwoord)
Synoniemen
[1] achteruitgaan, verslechteren, tanen
[2] kalen
Verwante begrippen
[1] slijtage, [2] aftuigen, averij, onttakelen, slopen, [3] dementie, geheugen, geriatrie, kwalen, ouderdom, ziekte
Gepubliceerd op 31-10-2017
aftakelen
betekenis & definitie