afspelen - Werkwoord
1. (ov) opgenomen geluids- of beeldmateriaal opnieuw laten horen of zien
♢ Hij speelde een hele mooie CD voor ons af.
2. (ov) tot het einde toe spelen
♢ Dat muziekstuk werd niet tot het einde toe afgespeeld.
3. (ov) iets door veelvuldig bespelen bederven en onbruikbaar maken
♢ Die piano was door het vele gebruik helemaal afgespeeld.
4. (refl) zich ~: gebeuren
♢ Dit verhaal speelde zich in de negentiende eeuw af.
Woordherkomst
samenstelling van af(bijwoord) en spelen(werkwoord)
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: