Gepubliceerd op 31-10-2017

afgunstig

betekenis & definitie

afgunstig - Bijvoeglijk naamwoord
1. iemand niet gunnen dat die iets heeft dat men zelf wil hebben
Hij is nogal afgunstig, vooral op zijn buurman.

Woordherkomst
afgeleid van afgunst met het achtervoegsel -ig

Synoniemen
naijverig, kiftig, wangunstig
ijverzuchtig, jaloers, wangunstig

Verwante begrippen
jaloers, ijverzuchtig