afgunstig
afgunstig - Bijvoeglijk naamwoord 1. iemand niet gunnen dat die iets heeft dat men zelf wil hebben ♢ Hij is nogal afgunstig, vooral op zijn buurman. Woordherkomst afgeleid van afgunst met het achtervoegsel -ig Synoniemen naijverig, kiftig, wangunstig ijverzuchtig, jaloers, w...