aanwendbaar - Bijvoeglijk naamwoord
1. bruikbaar, te gebruiken
♢ De kunst moest, schreef hij al op jeugdige leeftijd, 'logisch aanwendbaar' worden: “De constante produktie van schilderijen en tekeningen als onlogische wandversieringen loopt toch spaak, dat kan niet anders, en de nieuwe weg van the applied art leidt naar enorm ruime velden waar nog alles aan te doen is, tenminste hier in ons land, en 't zijn velden die schatten van schoonheid kunnen opleveren.”
Synoniemen
nuttig, toepasbaar, functioneel, handig
Gepubliceerd op 31-10-2017
aanwendbaar
betekenis & definitie