aanwendbaar
aanwendbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. bruikbaar, te gebruiken ♢ De kunst moest, schreef hij al op jeugdige leeftijd, 'logisch aanwendbaar' worden: “De constante produktie van schilderijen en tekeningen als onlogische wandversieringen loopt toch spaak, dat kan niet anders, en de nieuwe weg van the app...