áánschouw - Zelfstandignaamwoord
1. (verouderd) aanblik, gezicht
♢ ..met den eersten aanschouw..|..op het eerste gezicht..
2. in ~ nemen onder ogen nemen, in de beschouwing betrekken
♢ U kunt te allen tijde hoogwaardig en duurzaam schilderwerk verwachten, waarbij het milieu altijd in aanschouw wordt genomen.
aanschouw - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschouwen
♢ Ik aanschouw
2. gebiedende wijs van aanschouwen
♢ aanschouw!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschouwen
♢ aanschouw je
Woordherkomst
Naamwoord van handeling aanschouwen
Gepubliceerd op 31-10-2017
aanschouw
betekenis & definitie