aankoop - Zelfstandignaamwoord
1. (handel) datgene wat men aankoopt
♢ Mijn vader kwam zijn nieuwste aankoop trots aan me tonen.
2. (handel) de daad van het aankopen
♢ De aankoop kon niet doorgaan omdat ik mijn geld was vergeten.
aankoop - Werkwoord
1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankopen
♢... dat ik aankoop
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van aankopen
Synoniemen
aanschaf
Antoniemen
verkoop
Verwante begrippen
inkoop, opkoop, overname, uitverkoop, verkoop, voorverkoop
Gepubliceerd op 31-10-2017
aankoop
betekenis & definitie