aangewezen - Bijvoeglijk naamwoord
1. meest geschikt
♢ Hij is de aangewezen persoon voor die klus.
2. ergens van afhankelijk zijn
♢ De oude man is aangewezen op huishoudelijke hulp.
aangewezen - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van aanwijzen
Woordherkomst
Voltooid deelwoord van aanwijzen.
Gepubliceerd op 31-10-2017
aangewezen
betekenis & definitie