Gepubliceerd op 31-10-2017

aangetrouwd

betekenis & definitie

aangetrouwd - Bijvoeglijk naamwoord
1. (familie) aangehuwd; door het huwen lid worden van een familie
De aangetrouwde familieleden worden ook wel de koude tak genoemd.
De man van mijn zus is een aangetrouwd familielid en wordt wel zwager genoemd.

Woordherkomst
samenstelling van aan en getrouwd