Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

Gepubliceerd op 03-08-2017

rem

betekenis & definitie

(de; -men) - toestel om de beweging van een fiets te vertragen of te doen ophouden, bv. een naafrem, trommelrem, schijfrem, blokrem, knijprem, terugtraprem, torpedonaaf: in de remmen knijpen, remmen, bv. om een botsing of valpartij te voorkomen, maar ook: de wedstrijd staken, of: een andere renner laten voorgaan (winnen), al dan niet volgens afspraak.

hohouwer