Wetenswaardig Allerlei

T. Pluim (1922)

Gepubliceerd op 25-01-2017

Apotheose

betekenis & definitie

Apotheose noemde men de opneming van een mens in de rij der goden.

Aan groote veldheeren (o. a. Alexander den Grooten) werd reeds tijdens hun leven goddelijke eer bewezen, terwijl dan na hun dood terstond de apotheose volgde. Ook bij de Romeinen was deze gewoonte in zwang. Aan deze vergoding van mensen herinnert nog de tegenwoordige betekenis van het woord; men verstaat er thans een huldiging van een of ander persoon onder, en wel bij een voorstelling in den schouwburg; „tot slot" — zoo luidt meestal de bekendmaking, — „een schitterende apotheose." Ten gevolge van zulk een apotheose ter eere van het 40-jarig koningschap van wijlen Willem III, waarbij Bengaals vuur was gebruikt, ging de groote schouwburg te Amsterdam in vlammen op.

< >