Een landbouwkolonie voor kinderen van onvermogende vrijlieden in Suriname, door Gouverneur Schimpf in 1857 opgericht op de verlaten plantage Lustrijk aan de Boven-Commewijne. Bij res. van 8 Febr. 1858 werd aan alle behoeftige Protestantsche weezen de verplichting opgelegd zich daar te laten opnemen.
De inrichting bleek evenwel een volkomen mislukking; na het vertrek van Schimpf werd in 1860 besloten Lustrijk te verkoopen en de inrichting te vestigen op Charlesburg bij Paramaribo. Van dit laatste is niets gekomen.