Hieronder verstaat men in de Nederl. W.-I.
Koloniën niet als elders (Zuid-Afrika b.v.) de geheele niet-blanke bevolking, maar alleen de personen ontstaan uit kruising van blanken met negers of indianen of met andere kleurlingen. Naar gelang van de bloedmenging worden de kleurlingen onderscheiden in mulatten (blanke en neger), mestiezen (blanke en mulat), kasties (blanke en mesties), poesties (blanke en kasties). Door verruiming van de denkbeelden, als ook door de kruising der kleurlingen onderling, waaruit tallooze nieuwe ontstonden, hebben deze onderscheidingen vrijwel afgedaan. Een bepaald type van kleurlingen bestaat niet. Er zijn donkere en lichte mulatten, met het kroeshaar der negers zoowel als met het sluike haar der blanken. In vele gevallen onderscheidt zich reeds de mesties niet van den blanke, terwijl bij den kasties en den poesties als regel elk verschil verdwenen is. Men heeft er met blond haar en blauwe oogen.In gezinnen van kleuringen komen bij de eerste graden (tot en met mesties, zelden bij kasties) vaak spelingen voor in kleur en in haar. Uit dezelfde ouders kunnen twee kinderen voortspruiten waarvan het eene blank (soms met sluik, soms met gekroesd haar) is en het andere zeer donker, op het zwarte af, met sluik of ook met gekroesd haar. De Surinaamsche kleurlingen zijn voor een groot deel afstammelingen van de Portugeesche Joden, die zich sinds de 17e eeuw in Suriname gevestigd hebben. Het Essai historique sur la colonie de Surinam, II, 39 maakt op het einde der 18de eeuw melding van bijna ‘100 Mulatres Juifs libres’, behoorende tot de Portug. en de Hoogduitsche Joden. Voorts zijn er kleurling-afstammelingen van alle blanke bevolkingsgroepen, die in de koloniën geleefd hebben of nog leven.
Voor Curaçao gaf M.D. Teenstra, De Nederl. W.-I. Eilanden, Amst. 1836, I, 166 de volgende opsomming: ‘Een blanke verwekt bij eene negerin een mulat of mulattin. Een mulat met eene negerin brengen een Sambo voort (in Suriname Caboeger). Een neger en eene mulattin verwekken eene Grief. Een blanke en mulattin een Mestiche. Een blanke en mestiche een Castiche. Een blanke en castiche een Poestiche. Een blanke en poestiche een Liestiche. Een blanke en liestiche een Liplap. Een blanke en liplap een Blanke.’ Ook op Curaçao zijn deze onderscheidingen in onbruik geraakt.
Kruising van blanken en Indianen heeft, behalve op Aruba (zie aldaar) weinig plaats gehad. (Zie ook KARBOEGER.)