COTINGA'S. De Cotinga's behooren tot de merkwaardigste vogels van Suriname en zijn van zeer uiteenloopende grootte.
Een van de meest bekende, ofschoon men hem zelden te zien krijgt, maar des te meer hoort en over wiens klankvol geluid alle reizigers schrijven, is Lathria cinerea, (SUR. Groenhartvogel, N.E. kwit-kwitti-jaba, naar het geluid, of Boesiskoutoe, Boschpolitieagent, AROW. Olikako, KAR. Paipei) een kleine, grijze vogel. Onophoudelijk laat het mannetje zijn zuiveren klokkentoon hooren, terwijl het wijfje met een zacht gekir antwoordt. Attila thamnophiloides (N.E. Kofleur) is een bruine vogel. Rupicola crocea, de schitterend oranjeroode Rotshaan komt alleen in het hooge bergland voor. Deze reeds in 1769 door A. Vosmaer beschreven vogel is bekend om het dansen en pronken der mannetjes, dat deze op bepaalde open plaatsen een voor een, voor een kleine verzameling mannetjes en wijfjes uitvoeren. De vertooningen zijn te vergelijken met het kolderen van onze korhoenders. Xipholena pompadora, Pompadour-cotinga. (N.E. Baga-baga) is een purperkleurig roode vogel met witte vleugels en gedeeltelijk witten staart. Het wijfje is grijs met wit. Gymnoderus foetidus, de kaalhals cotinga (SUR. Blauwe duif, KAR. Tonololi). is een zwarte vogel met grijswitte vleugels, die naakte kopzijden en hals heeft. Chasmorhynchus niveus, de klokvogel (AROW. Data) is geheel sneeuwwit en draagt een zwarte, dun bevederde lel aan het voorhoofd.
De vogel draagt den naam naar zijn geluid, hetwelk op dat eener klok of bel gelijkt en zeer ver hoorbaar is. Het wijfje is aan de bovenzijde groen en aan de onderzijde groen gevlekt.