Zestienvierkantemeter-klasse - (16 m-klasse), nationale eenheidsklasse, in 1940 door het KNWV van de NNWB overgenomen. Het ontwerp is van de Technische Commissie van de NNWB.
De vorm van kiel en roer waren aanvankelijk vrij. Na 1.1.1940 zijn alle boten volgens vastgestelde tekeningen gebouwd. De boten met lange kiel werden ingedeeld in de toerklasse, die inmiddels vervallen is. Sinds de verscherping van de voorschriften wordt er sinds 1954 gesproken van de 16 m2 punt-klasse en de 16 m3 streep-klasse. Deze laatste voldoen aan de laatste, gewijzigde meetvoorschriften. De punt en de streep zijn kenbaar onder het halfcirkelvormige zeilteken.
De boten worden gebouwd volgens het lattensysteem. Ze zijn voorzien van een aangezette kiel met een ballastgewicht van 80 kg. L. 6,00 m, b. 1,93 m, d. 0,80 m, zeiloppervlak 16 m3. Het aantal gemeten boten ligt rond de 4000.
Het aantal niet gemeten boten is minstens zo groot. De 16 m2-klasse wordt wel beschouwd als de toerboot bij uitstek. Door het steeds aanpassen en moderniseren van schootvoering, beslag e.d. is de 16 meen prettige toer- en wedstrijdboot gebleven, waarvoor nog steeds zeer grote animo bestaat. Hij wordt thans ook van gewapend polyester gebouwd.