Vrijbuiter-klasse - beperkte klasse die voor WO-II tot bloei is gekomen. Er varen nu nog enkele Vrijbuiters rond die meestal zo’n 25 tot 35 jaar oud zijn.
Om toegelaten te worden moesten ze aan bepaalde eisen voldoen. B.v. oppervlak grootzeil plus voordriehoek mocht niet groter zijn dan 15 m2. Dikte huid en dek minimaal 12 mm, kuipopening niet groter dan 2 m2, enz. De meeste schepen zijn ongeveer 7 m lang en ca. 1,60 m breed.
Ze hebben een laag vrijboord en een ophaal baar midzwaard. Kenmerkend is het grote aantal van voorlijk tot achterlijk doorlopende zeillatten, die het vrij bol gesneden achterlijk goed steunen. Een op het zeil genaaide letter Z vormt het zeilteken.
