Neerhouder - ook kicking strap, ook wipschoot, takel om tijdens het zeilen de giek omlaag te houden. Op voor-de-windse koersen zorgt de neerhouder voor een zo groot mogelijk projectie-oppervlak van het grootzeil.
Normaal kan de giek bij een vlaag omhoog bewegen waardoor het achterlijk van het groot-stagzeil naar voren gaat. De geheel uitgevierde grootschoot kan hiertegen niets uitvoeren, maar de neerhouder houdt de giek omlaag. Op aan-de-windse rakken, bij matige tot krachtige wind, heeft het doorzetten van de neerhouder tot gevolg dat mast en giek zó doorbuigen, dat het bolle grootzeil vlakker wordt getrokken. De kracht van de neerhouder kan men ontbinden in een verticale kracht die de giek doet doorbuigen en een horizontale kracht die de mast doet buigen. Ook bij halve wind kan de neerhouder voor een betere zeilvoering zorgen. Hij kan op verschillende manieren gevoerd worden.
Vanaf de giekbeugel loopt allereerst een enkelvoudige lijn van nylon of staaldraad tot onder het dek. Deze heeft tot doel: a. de windweerstand te beperken; b. de afstand tussen de blokken te beperken (kortere lijn nodig); c. het geheel automatisch wegtrekbaar te maken door middel van een stuk elastiek, lopend van de giekbeugel, via een geleideoog voor aan de giek, naar het bovenste blok van de neerhaler. Het onderste deel van de neerhaler bestaat uit twee blokken en wel een enkelschijfs met hondsvot en een dubbelschijfs met V-vormige klemsleuf. Dit laatste blok is met een oog aan de mastvoet verbonden en de klemsleuf maakt bediening met één hand mogelijk. Als de neerhouder niet wordt gebruikt, trekt het elastiek het geheel tegen de mast zodat niemand er last van heeft. Een geheel ander principe is uitgevoerd met een → Holt-Allen rol.