Klassen - Ontstaan en ontwikkeling. Tot in de 19e eeuw werden wedstrijden gezeild op voet van gelijkheid: ongeacht het type en/of de grootte van de deelnemende jachten werd dat jacht winnaar, dat het eerste de lijn van aankomst bereikte.
Hierbij gingen gewoonlijk de grootste jachten met de prijzen strijken. Daarom ging men ertoe over de jachten naar hun lengte of naar hun, volgens een ruwe formule benaderde, tonnenmaat in te delen in groepen of ‘klassen’. De tot een klasse behorende jachten bleven op voet van gelijkheid, boot voor boot, tegen elkaar zeilen.
Toen ook dit na verloop van tijd weinig bevredigde, ging men ertoe over de jachten op voorgift, of tijdvergoeding, tegen elkaar te laten varen. Een commissie of persoon stelde, aan de hand van de bekende of te verwachten prestaties der jachten, tijdvergoedingen vast. Ook dit beviel maar matig; verloor iemand dan was hij van oordeel dat de tijdvergoeding of handicap er volkomen naast was geweest, maar won hij, dan werd deze door hem als juist geprezen. Men wenste objectieve criteria voor het vaststellen der tijdvergoedingen. Bij het zoeken daarnaar kwam men tot het opstellen van formules waarin de invloeden van factoren die de snelheid van een jacht bepalen zo goed mogelijk tegen elkaar afgewogen werden, b.v. lengte, breedte, waterverplaatsing en zeiloppervlak. De betreffende maten van een jacht, in zo’n formule ingevuld, leverden als uitkomst een vergelijkingswaarde op voor de snelheid van dat jacht.
Daarop baseerde men dan de voorgift. In de loop der jaren zijn zo verschillende formules bedacht, met als resultaat evenzovele voorgiftklassen. Toen kwam de volgende stap. Men schreef voor dat een jacht, om in een klasse te kunnen worden opgenomen, bij meting volgens een bepaalde formule een tevoren vastgestelde vergelijkingswaarde de wedstrijdmaatdiende te bezitten. Jachten met gelijke wedstrijd maat kon men immers zonder voorgift tegen elkaar laten zeilen. Zo zijn verschillende formuleklassen ontstaan en vrijwel het eerste dat de Ï.Y.R.U. heeft gedaan was het instellen van een aantal internationale klassen, die gemeten volgens een door de I.Y.R.U. opgestelde formule, een wedstrijdmaat of ‘Rating' van 6, 7, enz. tot en met 23 meter toe, dienden te bezitten.
Een andere manier waarop men aan het zeilen op voorgift kon ontkomen was door voor te schrijven, dat jachten aan bepaalde beperkingen moesten voldoen (→ Beperkte klassen). Aangezien men bij formule- en beperkte klassen een groot risico loopt, dat een nieuwer jacht, ontstaan uit opgedane ervaringen, steeds sneller zeilt, deed men tenslotte de laatste stap en ging men over tot het instellen van →eenheidsklassen. Hierbij spelen de kwaliteiten van stuurman en bemanning een grotere rol voor het behalen van een prijs, dan bij voorgift-, formule- en beperkte klassen vaak het geval is. Een nadeel is dat de zeilers minder speelruimte hebben om door kleine veranderingen de snelheid van hun schip te vergroten. Het zijn deze eenheidsklassen die op het ogenblik het beeld van het wedstrijdzeilen beheersen.