Gieren - het tijdens de vaart telkens weer van de koerslijn afwijken t.g.v. slecht sturen, zeegang, wind, geringe waterdiepte of de scheepsvorm. De neiging tot gieren is doorgaans het grootst bij schuin achterop lopende golven; onder ongunstige omstandigheden kan een vaartuig daarbij dwarsscheeps geslagen worden.
Gieren kan ook ontstaan door verkeerde trim van romp en/of zeilen. Gieren is een van de zes → basisbewegingen van een schip in zeegang (→Koersstabiliteit). Achter het anker gieren is het heen en weer zwaaien aan ankertros of -ketting onder invloed van wind en/of stroom; het zwaartepunt van het vaartuig beschrijft daarbij over de bodem een 8. Dit is vaak tegen te gaan door →ankeren voor de voet; op stroom soms ook door het roer een weinig uit de midscheepse stand te draaien.
