Anker op gaan - het anker lichten om te vertrekken. Daartoe wordt met de hand of met de → ankerlier ketting of tros ingehieuwd, waardoor het jacht naar het anker toe wordt getrokken.
Hulp van de voortstuwer maakt het inhieuwen gemakkelijker, De ketting komt op en neer en verder doorhieuwen doet het anker uitbreken. Het jacht is nu anker op en volgens de regelementen weer varende. De ankerbal wordt neergehaald, of het ankerlicht gedoofd en de navigatie verlichting ontstoken. Lukt het niet het anker uit te breken, dan kan men bij op en neer de ankerlier vastzetten (of de tros beleggen) en door langzaam vooruitvaren het anker over de kop varen. Daarbij wordt het aan de schacht door de verticale stand heen omgetrokken; meestal breken de handen dan meteen uit.
Langzaam vooruitvarend kan men dan het anker thuis hieuwen tot de handen tegen de kluisbaard rusten (of het anker aan dek genomen kan worden). Vooral het laatste deel van ketting of tros, dat op de bodem heeft gelegen, wordt tijdens het inhieuwen goed schoongemaakt. De ketting verdwijnt via de lier in de kettingbak; een tros wordt voor het opbergen gedroogd door hem in → Franse bochten te leggen. Tenslotte wordt het anker aan dek geborgd. →Ankerkluis.