Deze komen voor op de Shetlandse eilanden; zij behoren tot de kleinste paardenrassen, zijn ongeveer half zo groot als ’n flink trekpaard. Waarschijnlijk is de Shetlandse pony een afstammeling van het kleine Noorweegse paardje, waarmee hij veel overeenkomst vertoont.
Het dier is niet hoger dan 1.15—1.20 m., donkerbruin behaard, met langen staart en dikke manen. De pootjes zijn kort, de kop groot.
Om het grote uithoudingsvermogen wordt het veel als trekpaard in de Engelse kolenmijnen gebruikt.