Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Perspectief

betekenis & definitie

is het zien in drie dimensies. De leer van het perspectief leert ons een voorwerp in de ruimte, dus in drie afmetingen, gezien op een plat vlak, dus in twee dimensies, zo af te beelden, dat het zich aan ons oog als driedimensionaal voordoet.

Indien wij ons alle punten van een voorwerp of van een groep voorwerpen (een landschap b.v.) door lijnen met ons oog verbonden denken en wij stellen ons voor, dat op enigen afstand van ons oog, loodrecht op en evenwijdig aan de aslijn der ogen, een glazen plaat is aangebracht (het tafereel genoemd), dan zouden wij, door aan te geven, waar die lijnen de plaat snijden, het voorwerp op de plaat in beeld kunnen brengen. Daarna zouden wij kunnen nagaan, hoe die afbeelding op het tafereel met de werkelijkheid overeenkomt en daaruit de voornaamste wetten van de leer van het perspectief kunnen afleiden.

Deze luiden:

I. Loodlijnen zien wij onveranderd loodrecht; ook alle andere lijnen, die evenwijdig aan het tafereel lopen, zien wij onveranderd.

II. Waterpaslijnen, die niet evenwijdig aan het tafereel zijn, zien wij:

a. alsof zij naar boven liepen, als wij er bovenop zien; b. alsof zij naar beneden gingen, als wij er onder tegenaan zien; c. alsof zij naar rechts afweken, als wij ze links van ons zien; d. alsof zij zich naar links wendden, als zij rechts van ons zijn.

III. lederen wijkenden cirkel, onverschillig in welken stand, ziet men als een ellips.

Wie zich nu even een laan met bomen voor den geest wil halen, zal zich onmiddellijk herinneren:

dat de bomen loodrecht staan, dat de weg naar boven schijnt op te lopen, de bomen hoe langer hoe korter schijnen en de beide rijen elkander schijnen te naderen.

Het punt, waar de lijnen, die men zich langs de toppen en langs de ondereinden der stammen denken kan, tezamen komen, heet het verdwijnpunt.

Ofschoon het perspectief steeds en onveranderd aan deze wetten getrouw blijft, spreekt het vanzelf, dat hetzelfde landschap zich geheel anders aan ons voordoet, naarmate wij anders geplaatst zijn. Bijv. een landschap in vogelvlucht, van een berg of uit een vliegmachine gezien; — of in kikvors-perspectief, dat is van zeer laag gezien; — of in ruiterperspectief, dat is van een hoogte van ongeveer 2 ½ meter af gezien. Al deze standen geven schijnbaar een andere richting aan de lijnen van het landschap, welke echter steeds met de hoofdwetten van de perspectief-leer overeen stemmen.

In overdrachtelijken zin gebruikt men het woord perspectief in de betekenis van het vooruitzicht op de toekomst. Als men zegt, dat men in een zaak of onderneming geen perspectief ziet, dan meent men daarmede, dat men geen mogelijkheid ziet een inzicht in de toekomst van die zaak of onderneming te verkrijgen; of zelfs, dat men niet gelooft, dat die onderneming zal slagen.