Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Oasen

betekenis & definitie

worden, speciaal in Noord-Afrika, die streken in de woestijn genoemd, die door de aanwezigheid van water voor landbouw en vestiging geschikt zijn.

Bij ons in Nederland staat het grondwater veelal slechts een groter of kleiner aantal centimeters onder het maaiveld, in de woestijn is dat echter anders. Daar ligt het grondwater soms honderden meters onder de oppervlakte en alleen in lagere delen van het terrein treedt het water in een meertje of een bron aan de oppervlakte of kan men met goed succes naar water boren. Die bronnen zijn dan bijna steeds Artesische bronnen, die we reeds vroeger besproken hebben.

Vooral in de buurt van gebergten komt veelal water voor, daar liggen dan ook meer oasen dan in de overige delen van de woestijn.

In de oasen van de West-Sahara brengt men het water nog op een andere manier aan de oppervlakte; daar heeft men grote, diepe putten, waarbij een emmer aan een hefboom of een ezel aan een lijntje met aan het andere einde een leren emmer. Overdag put men geen water: „dat zou zonde zijn”, dan zou er te veel verdampen, dat doet men uitsluitend na het vallen van den avond.

Die oasen, zijn meer grote tuinen dan landbouwgebieden. In de meeste oasen vinden we dadelpalmen met daartussen sinaasappel- en citroenbomen. Verder veel tomaten en voedingsgewassen.

Het voornaamste werk van den tuinier bestaat in het verwijderen van het zand, dat de putten dreigt te verstoppen.

Dank zij die oasen zijn de woestijnen niet meer geheel en al onbevolkt.

In de Sahara leven, behalve de vaste bevolking der oasen, ook rondtrekkende nomaden. De Toearegs zijn daaronder wel de bekendste, zij zijn heer en meester van de woestijn en lastige onderdanen voor de Fransen. De echte Toeareg veracht landbouwwerk; hij is herder en rover en bezitter van de tuinen in de oasen.

De oasen zijn niet die lieflijke lustoorden uit tal van fraaie verhalen. Ze zijn het land van den honger; nooit heeft iemand er genoeg, koorts en andere ziekten woeden er vrijelijk en rijkelijk. Afgemat en als mummies, met hun groezelige, geplekte en weggevreten huiden, leven de bewoners er heel vaak geplaagd door gruwelijke oogziekten.

Toch zijn de oasen in de woestijn een ware uitkomst. Voor de doortrekkende karavanen zijn zij rustplaatsen van onschatbare waarde. Menigeen, die de oase niet tijdig bereikte of die verdwaalde, vond in de barre woestijn den dood... hij versmachtte bij gebrek aan water.