De naam magnaat, alhoewel van Latijnse origine (groot geboren), stamt eigenlijk uit Hongarije en Polen. In die landen werden de leden van den hogen adel, de rijksbaronnen en rijksraden, magnaten genoemd.
In Hongarije vormen de rijksbaronnen een afzonderlijke Kamer van de volksvertegenwoordiging, n.l. de Magnatentafel, waarin sedert 1926 ook 'een aantal personen, gekozen door comitaten, officiële lichamen en gemeenten, zijn opgenomen.Verder spreekt men in overdrachtelijke betekenis van magnaten in den zin van machthebbers op gebied van handel en industrie; bijv. goud-, olie-, staal-magnaten.