Wat is de betekenis van magnaat?

2024-04-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

magnaat

zeer rijke zakenman of zakenvrouw. iemand met een groot en machtig zakenimperium; zeer rijke en machtige zakenman of zakenvrouw. Voorbeelden: Onlangs ging het miljardenimperium van de Duitse magnaat Leo Kirch ten onder. De dictator duldde geen tegenspraak: wie zich openlijk afvroeg of het wel verstandig was om tv- en filmrechten te k...

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

magnaat

magnaat - Zelfstandignaamwoord 1. zeer rijk en daardoor invloedrijk persoon Synoniemen tycoon

2024-04-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Magnaat

[VLat. magnas, magnatis = groot man, van Lat. magnus = groot] rijksgrote; machtig persoon op industrieel of financieel gebied (bijv. oliemagnaat, geldmagnaat).

2024-04-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Magnaat

invloedrijk persoon; rijksgrote

2024-04-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

magnaat

ryk en invloedryke persoon.

2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Magnaat

rijksgrote; hoge staatsambtenaar of persoon van oude adel in Hongarije en Polen; nu: door rijkdom invloedrijk persoon

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Magnaat

(<Lat.), m. (...naten), 1. (hist.) rijksgrote, lid van de hoge adel (in Hongarije en Polen); 2. iem. van veel invloed, inz. door zijn rijkdom: de magnaten van de Amerikaanse staalindustrie.

2024-04-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

magnaat

m. 1 rijksgrote; oud-adellijke in Hongarije en Polen; 2 invloedrijk man, bv. a. d. beurs.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

magnaat

m. magnaten; (Lat. magnas, v. magnus = groot): rijksgrote in Hongarije en Polen; bij uitbr. iem. van invloed, vooral door zijn rijkdom: een mijnmagnaat, een staalmagnaat. (g = g).