Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Lely

betekenis & definitie

(1854—1929), een bekend Nederlands waterbouwkundige. Dr.

Cornelis Lely werd in 1854 te Amsterdam geboren en zette, nadat hij de H.B.S. had afgelopen, te Delft zijn studiën voort.Als civiel-ingenieur maakte hij de waterbouwkunde geheel tot zijn hoofdvak; hij werd toen chef van het technisch onderzoek bij de Zuiderzee-vereniging. In deze functie bleef hij een vijftal jaren en werd toen (in 1891) benoemd tót minister, hoofd van het Departement van Waterstaat, Handel en Nijverheid, daar hij reeds in 1878 bij de oplossing van de technische vraagstukken van de Kanalenwet van grote kennis had blijk gegeven.
In zijn ministertijd (1891—1894) kwam hij met een ontwerp voor de droogmaking van de Zuiderzee en hij smaakte de voldoening, dit door een Staatscommissie goedgekeurd te zien.
Tussen 1894 en 1902 was Dr. Lely lid van de Tweede Kamer, terwijl hij tussen 1897 en 1901 weer belast werd met de leiding van het Departement van Waterstaat. In deze periode besteedde hij al zijn aandacht aan den aanleg van spoor- en tramwegen, waaraan in ons land met haar opkomende industrie en toenemenden landbouw toen grote behoefte bestond.
Een rustig leven was Lely echter niet beschoren. In 1902 werd hij benoemd tot Gouverneur van Suriname. Drie jaren lang werkte hij in dit weinig door het geluk begunstigde gewest en keerde toen weer naar het moederland terug. Tot 1910 werd hij weer lid van de Tweede Kgmer, om daarna in de Eerste Kamer zijn intrede te doen. In 1913 werd Lely voor den derden keer tot het ambt van minister van Waterstaat geroepen en in 1918, op den 5den Juli, verscheen zijn wet tot gedeeltelijke droogmaking van de Zuiderzee in het staatsblad. De afsluitdijk en de N.W. polder zijn thans reeds gereed en ook met de inpoldering van de N.O. polder is men thans reeds een goed eind gevorderd. Te zijner ere draagt het grote gemaal bij Medemblik zijn naam. Van 1919—1923 was Lely andermaal lid van de Tweede Kamer en tevens voorzitter van den Zuiderzeeraad.
Zijn belangstelling betrof echter niet alleen de waterbouwkunde; ook het tot stand komen van de Rijksverzekeringsbank is zijn werk en verder de stichting van het Staatsmijnbedrijf in Limburg.