is verlichting van de zee, daar, waar zij extra gevaarlijk is: bij de kust. Hier helpen niet altijd, en zeker niet ’s nachts, de gewone middelen om den weg op zee te vinden (bestek, kompas, radio).
Bij donker hebben wij dus de kustverlichting nodig, die van staatswege, vooral in meer beschaafde streken, goed is aangelegd en den schipper daar in staat stelt geregeld zijn plaats te bepalen naar de lichten, die hij kan waarnemen.
Laten wij een voorbeeld mogen nemen. Een schip vaart ’s nachts langs de kust van Noord-Duitsland over de Oostzee van Swinemünde naar Dantzig. Bij het uitlopen van het Haff vaart hij onder het rode licht bij Swinemünde en onder een vast wit licht in dezelfde buurt. N.O. koersend wordt het rode vuur (met kleinen zichtbaarheidskring) al gauw onzichtbaar, doch het veel sterkere witte licht daar blijft. Plots ziet hij meer naar het Oosten een flikker-licht of een veranderend licht, nu weet hij: dat is de toren van Gr. Horst halverwege Kolberg, Dus nu dat licht maar in het oog houden. Eerst verdwijnt nu in het Westen het (eerste) vaste witte licht van Swinemünde. Na geruimen tijd peilt hij nu weer een vast licht, van Funkenhagen, dat al voorbij Kolberg staat. Nu kan hij precies op de kaart nagaan, waar hij is: op de plaats waar men zowel Gr. Horst en Funkenhagen ziet. De schipper vaart verder. Daar duikt een rood licht (met kleinen zichtbaarheids-kring) op. Dat is Kolberg. Nu gaat al gauw het licht van Gr. Horst verdwijnen en daarna verdwijnt ook Kolberg, zodat hij nu vaart op het vaste licht van Funkenhagen. Na geruimen tijd duikt weer een ander (schitterof veranderend) licht op, dat is dus Jershöft, zegt de kaart, en nu verschijnt ook spoedig het rode licht van Rügenwaldermünde. Nu kan de schipper dus weer heel precies op de kaart nakijken, waar hij is.
En zo gaat het door: steeds nieuwe lichten, die telkens weer een nieuwe kleur of een nieuw soort schittering of verandering vertonen en die nauwkeurig met hun zichtgrootte op de kaart zijn aangetekend. De schipper weet dus voortdurend precies, waar hij zich bevindt.
Ziedaar dus een van de grote functies van de kustverlichting. Zij heeft er ook andere. Zo b.v. de taak om precies aan te wijzen, hoe je in een gegeven haven moet binnenvallen. Ook de daarvoor dienende lichten zijn precies op de kaart aangetekend. De schipper, die dus bij donker wil binnenvallen, weet precies, met welken stand van de lichten dat mogelijk is en kan zo manoeuvreren zonder gevaar van op de kust of op een dam te lopen.
