was in vroeger eeuwen de naam van den krijgsman, die dienst deed bij het geschut, de toenmalige artillerie dus. Zo’n stuk geschut werd destijds dover genoemd en de man die het afschoot, klovenier.
Later kreeg deze benaming de betekenis van boogschutter of scherpschutter — zie ook: Doelen.
Herinner je maar in enkele steden, in Amsterdam b.v., de Kloveniersburgwal.