Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Horatius

betekenis & definitie

Wie van jullie op een gymnasium of lyceum is of geweest is, zal — misschien niet altijd met onverdeeld genoegen — direct denken aan de Latijnse les, waarin ten slotte de carmina (oden) of de epoden, de satyren of de epistels (brieven) van Quintus Horatius Flaccus moesten worden vertaald.

Horatius was een beroemd Romeins dichter, vermaard om zijn stijl en zuivere taal. Hij leefde van 65 tot 8 v. Chr. en was dus een tijdgenoot van Julius Caesar en keizer Augustus. Ofschoon hij de zoon van een vrijgelatene was, had hij een zorgvuldige opvoeding genoten, eerst te Rome en later te Athene, waar hij wijsbegeerte studeerde. In den strijd om de macht tussen Octavianus en Brutus, na Caesars dood, streed hij moedig mee aan de zijde van Brutus en ontsnapte als door een wonder aan den dood in den bloedigen slag bij Philippi.
Door Octavianus begenadigd, keerde hij naar Rome terug, waar hij zich aan de dichtkunst wijdde. Hij vond later een beschermer in den schatrijken Maecenas — vandaar ons woord Maecenas voor een rijk man, die de kunst beschermt! —, waardoor hij geen zorgen meer behoefde te hebben en zich werkelijk geheel aan de kunst wijden kon.
En inderdaad heeft hij in de kunst het hoogste bereikt. Weliswaar neemt hij niet altijd een hoge vlucht, doch de kunst om het te zeggen, om in weinig woorden veel beelden op te roepen, om literatuur te scheppen dus, hebben weinigen bezeten als deze Romeinse dichter, die sedert de Renaissance eigenlijk steeds bewonderd is en die dan ook verwonderlijk dicht bij onzen tijd blijkt te staan. Als hij ons vertelt, hoe hij op den Heiligenweg den een of ander tegenkomt, die hem alleen bij naam bekend is, dan wandelen wij ook al bij het Koningsplein te Amsterdam en zien hetzelfde gebeuren.
Voor hem ontmoeten we den naam Horatius al eer in de Romeinse geschiedenis als familienaam van drie broeders, drielingen, die in den strijd tussen Rome en Alba-Longa om de heerschappij over Latium (Midden-Italië) de drie broeders Curiatius van Alba Longa, eveneens drielingen, versloegen. Deze legendarische worsteling zou hebben plaats gevonden onder den derden koning van Rome, Tullus Hostilius (672—640 v. Chr.).
De sage vertelt, dat de aanvoerders van het Romeinse en het Albaanse leger een overeenkomst aangingen, volgens welke, om onnodig bloedvergieten te voorkomen, niet de legers met elkander strijden zouden, maar uit elke kamp slechts drie krijgers. De keuze viel op de Horatii en de Curiatii. Reeds in ’t begin van het gevecht sneuvelden twee Horatii, maar alle drie Curiatii waren meer of minder zwaar gewond. De overlevende Horatius, die niet gewond was, zag wel in, dat hij het onderspit moest delven, wanneer hij door zijn drie tegenstanders gelijktijdig werd aangevallen. Daarom gebruikte hij een krijgslist. Hij sloeg op de vlucht. De Curiatii, vol ijver om de overwinning voor hun stad te behalen, achtervolgden hem, maar raakten van elkander gescheiden, doordat de lichtst gewonde sneller lopen kon dan zijn broeders. Plotseling keerde Horatius zich om en versloeg nu zijn vijanden, die door bloedverlies verzwakt waren, den een na den ander. Deze legende heeft de Franse schrijver Corneille in zijn drama „Horace” met buitengewoon veel dichterlijke vrijheid behandeld.
Ook de naam van Publius Horatius, bijgenaamd Codes (éénoog), is in de Romeinse geschiedenis bekend. Hij was een nakomeling van den overwinnaar der Curiatii en redde Rome, toen in 507 v. Chr. de Etrusken onder koning Porsenna de stad bedreigden.
Toen het verslagen Romeinse leger over de „balken brug” naar Rome vluchtte, verdedigde hij alleen het bruggehoofd, tot zijn strijdmakkers de brug achter hem hadden afgebroken. Eerst toen sprong hij in den Tiber en zwom naar den anderen oever, waar hij natuurlijk met gejuich ontvangen werd.
Ter herinnering aan deze daad werd een standbeeld voor den held opgericht.
Maar ook kreeg hij nog zoveel grond cadeau, als hij op één dag kon omploegen.
Het is in denzelfden tijd en in denzelfden strijd, dat die andere Romeinse jongeling, Mucius Scaevola (linkerhand), met goedvinden van den Romeinsen Senaat (denk erom: het volkenrecht moest nog uitgevonden worden) erop uitging, om denzelfden koning Porsenna te vermoorden. Scaevola vergiste zich, vermoordde den verkeerde en werd gepakt.
Doch toen imponeerde hij den koning zó door zijn houding en door de kalmte, waarmee hij zijn rechterhand in een open vuur liet verbranden, zeggende, dat nog 300 jongelui van hetzelfde kaliber klaar stonden, om op dezelfde wijze tegen Porsenna op te treden, dat Porsenna niet wist, hoe gauw hij met deze krachtige Romeinen vrede zou sluiten en zich uit de voeten maken.