Zoals ik in het artikel over Coen al vertelde, waren tijdens ’t bewind van de Verenigde Oost-Indische Compagnie in Indië de hoogste ambtenaren, de directeur-generaal, die aan ’t hoofd van den handel stond, en de gouverneur-generaal, die het algemeen bewind in handen had. Nadat in 1798 de bezittingen van de Oost-Indische Compagnie waren overgegaan in handen van den staat, handhaafde deze den naam van Gouverneur-Generaal voor zijn hoogsten vertegenwoordiger.
Veelal gebruikt men de afkorting G. G.; een andere G. G. dus dan de beroemde detective uit Ivans’ romans.
De Gouverneur-Generaal wordt door de Koningin benoemd en is ook alleen aan haar verantwoording schuldig, hoewel het er in de practijk op neerkomt, dat de.Nederlandse Minister van Koloniën iemand, dien hij geschikt acht, aan de Koningin voordraagt, waarop deze den voorgedragene benoemt.
Hij voert zelfstandig het bewind, ontvangt echter wel instructies uit het moederland. Hij wordt in het bestuur bijgestaan door daarvoor bestemde colleges.