zijn de restanten of de sporen van gestorven planten en dieren. Verreweg het grootste deel van de gestorven planten en dieren vergaat geheel, slechts in heel gunstige omstandigheden blijven die wezens zelf of afdrukken van hun lichaamsvormen bewaard, nadat ze een z.g. fossilisatie-proces hebben ondergaan.
Na afsluiting van de lucht ontstaan er chemische processen, waarbij de organische bestanddelen uit de dieren en planten verdwijnen en vervangen worden door anorganische. Zo verdwijnen b.v. het vlees en het vet geheel en de beenderen nemen koolzure kalk, kiezelzuur of metaalverbindingen op.Een heel enkele maal blijven ook de organische bestanddelen bewaard . Zo heeft men in de reusachtige ijsvlakten van Siberië ingevroren mammoeten gevonden, die daar eeuwen en eeuwen geleden vrolijk rondgehuppeld hadden en nu als bevroren vlees dienst deden.
Waarvoor zijn die fossielen nu van belang?, zullen jullie vragen.
Wel — zoals ik reeds enkele malen vertelde, heeft de aarde vele, zeer verschillende perioden doorgemaakt. Vele gebieden zijn nu eens zee dan weer moeras, steppe, ja zelfs woestijn geweest. Natuurlijk leefden in die verschillende gebieden ook verschillende dier- en plantensoorten. Je kunt je dus begrijpen, dat die fossielen een waardevol materiaal vormen, om den betrekkelijken ouderdom van aardlagen te bepalen, om deze aardlagen te vergelijken met aardlagen op andere plaatsen, waarin dezelfde fossielen voorkomen en om conclusies te trekken over den aard van het klimaat tijdens het bestaan en het ontstaan van die aardlaag. . Niet alle fossielen hebben echter waarde voor de ouderdomsbepaling van een aardlaag; als b.v. de ontwikkeling van een diersoort heel snel verloopt, dan kan een bepaalde vorm van die soort slechts gedurende een korte periode (kort opgevat in verhouding met den tijd, nodig voor het vormen van aardlagen) bestaan hebben en de aardlagen, waarin die vorm voorkomt, moeten dus ongeveer gelijktijdig gevormd zijn. Was die soort bovendien over een grote oppervlakte der aarde verspreid, dan hebben we te doen met een waardevol gidsfossiel. Blijft een soort daarentegen tienduizenden jaren lang op denzelfden trap van ontwikkeling staan, dan is de waarde voor de ouderdomsbepaling der aardlagen gering.