Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Emma, koningin

betekenis & definitie

Wijlen onze Koningin-Moeder, die, zoals zeker nog allen bekend is, op 20 Maart 1934 is overleden en daarna ter aarde werd besteld onder de spontane en oprechte bewijzen van droefenis van het gehele Nederlandse volk, was een algemeen beminde Vorstin.

Prinses Adelheid Emma Wilhelmina Theresia, de tweede dochter van George Victor, vorst van Waldeck-Pyrmont en van Helena, prinses van Nassau, werd in 1858 te Arolsen geboren en huwde in 1879 met koning Willem III, die sinds 1877 weduwnaar was.

Laten we de geschiedenis van het huis van Oranje uit den laatsten tijd even in je geheugen terugroepen.

Willem III was in 1849 aan 't bewind gekomen en tien jaren te voren gehuwd met de Wurttembergse prinses Sophie Frederika Mathilda. Uit dit huwelijk waren drie zoons geboren.

In 1877 overleed koningin Sophie. De jongste zoon, Maurits, was al op zevenjarigen leeftijd gestorven, maar Willem, geboren in 1840, en Alexander, geboren in 1851, leefden beiden nog.

Het bericht van de verloving van den Koning met prinses Emma wekte dan ook enige verwondering in Nederland: men had eerder een verloving van een der prinsen verwacht. Maar daarnaast heerste weldra grote blijdschap, want wie de jonge Koningin Emma leerde kennen, kreeg haar lief om haar ernstig, oprecht en liefdevol karakter.

Een paar maanden na den intocht van Koningin Emma in ons land (in 1879) stierf kroonprins Willem, terwijl prins Alexander overleed in 1884.

Het prinsesje, dat op 31 Augustus 1880 geboren werd, was dus voorbestemd, om later Koningin te worden en het is misschien wel de allergrootste verdienste van Koningin Emma geweest, dat zij haar dochter zo uitstekend voor de regeringstaak heeft voorbereid.

Het leven van Koningin Emma was in die dagen niet gemakkelijk. De Koning was in de laatste jaren van zijn leven veel ziek en zijn gemalin verpleegde hem met grote toewijding. Hij stierf in 1890 en toen stond Koningin Emma voor de zware taak, dat zij voor haar minderjarige dochter, die nu Koningin werd, het Regentschap moest waarnemen. Haar sterk Godsvertrouwen en haar groot gevoel van plicht, vooral ook haar warm, liefhebbend hart, hebben haar de kracht gegeven, om haar Regentschap op bizonder loffelijke wijze te vervullen.

De bekende historicus prof. dr. H. Brug.mans schrijft hierover: „De Koningin-Regentes heeft van den aanvang af een hoge opvatting van haar taak gehad en van die opvatting ook naar buiten doen blijken. Zij is begonnen met zich op staatkundig gebied in geregelde verbinding te stellen met de regering, wat ook het gezag van deze laatste weer ten goede kwam. Meer dan eens heeft de Regentes politieke moeilijkheden weten te voorkomen of te verhelpen; bij de oplossing van verschillende ministerscrisissen bleek haar juist inzicht, haar tact en ervaring. Maar vooral is het de Koningin-Regentes gelukt, in brede kringen van ons volksleven groter toenadering te kweken tot het Koninklijk Huis, die weldra tot sympathie en liefde werd.” Hoe ongelofelijk consciëntieus Koningin Emma was, blijkt o.a. hieruit, dat zij in een haar ter tekening gegeven besluit over waterstaatswerken in Friesland een fout ontdekte, die zelfs aan de ministeriële bureau’s was ontgaan.

Koningin Emma vond het noodzakelijk, dat de toekomstige Koningin het hele land door eigen Koningin Emma, de algemeen beminde en sympathieke vorstin, die in 1934 overleed. aanschouwing leerde kennen, ook de verschillende takken van nijverheid, de volksgewoonten, kortom alles, wat de belangstelling waard was. Daarom maakte zij met Koningin Wilhelmina voortdurend reisjes door Nederland, waarbij zij vooral ook hierdoor het hart van ons volk stal, doordat zij haar kind geheel ongedwongen met anderen liet omgaan, waarbij de jonge Koningin menigmaal zich vertoonde in het costuum van de streek.

Het was opvallend, hoe Koningin Emma steeds de Koningin op den voorgrond plaatste. Hoe ouder de Koningin werd, hoe meer de Moeder zich terugtrok, om haar kind overal haar volle zelfstandigheid te geven.

De liefde en dankbaarheid, die het gehele volk voor de Koningin-Regentes gevoelde, kwam in 1898, toen zij haar regentschap neerlegde, tot uiting in de aanbieding van het nationaal huldeblijk, bestaande in een bedrag van ƒ200.000, dat uit bijdragen uit het hele land was bijeengebracht en dat aan Koningin Emma werd overgedragen door mr. Vening Meinesz, burgemeester van Amsterdam.

Dit bedrag heeft Koningin Emma in zijn geheel besteed voor het inrichten van Oranje-Nassau-Oord bij Renkum tot het eerste sanatorium voor longlijders in Nederland.

Nu nog wordt ieder jaar het naar haar genoemde Emmabloempje verkocht, ten bate van den strijd tegen de tuberculose en als een herinnering aan haar, wier naam voor altijd aan dien strijd verbonden is.

Ook als Koningin-Moeder heeft Koningin Emma een grote en blijvende plaats ingenomen in het hart van ons volk. In die lange jaren van 1898 tot 1934 bleef zij steeds de goede, beschermende raadgeefster van het koninklijk gezin en wijdde zij zich bovendien vooral aan werken van liefdadigheid, waarvoor zelfs een afzonderlijke afdeling aan haar hofhouding was verbonden. Bekend is haar warme belangstelling voor zieken en misdeelden, talloos zijn de bezoeken, die zij bracht aan de ziekenhuizen, waarbij haar eenvoudige, vriendelijke mildheid onmiddellijk aller harten wist te winnen.

Toen zij dan ook op 20 Maart 1934 overleed, bleek wel met hoeveel liefde en dankbaarheid het gehele volk, zonder onderscheid van godsdienst of partij, aan de Koningin-Moeder gehecht was.

Dinsdag 27 Maart 1934 werd haar stoffelijk overschot, onder het sombere gebeier der kerkklokken in heel het land, te midden van de belangstelling van duizenden, in de graftombe der Oranjes te Delft bijgezet.