Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Dreyfus

betekenis & definitie

Alfred Dreyfus, kapitein der artillerie in Fransen dienst, was een Elzasser, geboortig uit Mulhouse (Müllhausen). Hij was gedetacheerd (tijdelijk geplaatst) bij den Generalen Staf te Parijs.

Weldra bleek, dat er bij dien staf geheime stukken waren verdwenen en hoogstwaarschijnlijk aan Duitsland verkocht. Er woei in dien tijd een sterke anti-Joodse wind in Frankrijk, in het bizonder in die kringen, waaruit de hoge bevelhebbers van het leger waren voortgekomen.

Hun oog viel op Dreyfus, die een Jood was en, ofschoon er vermoedelijk niet veel steekhoudende aanwijzingen voor zijn schuld bestonden, werd hij wegens het verraden van militaire geheimen voor den krijgsraad gedaagd. Zoals later gebleken is, gebeurde er voor dezen krijgsraad iets, dat in strijd is met de gewone rechtsbegrippen.

Een der voornaamste rechtsregels is, dat de beschuldigde kennis mag nemen van alles, wat te zijner beschuldiging wordt aangevoerd. Het staat echter vrijwel vast, dat aan den krijgsraad stukken zijn voorgelegd, die noch aan Dreyfus, noch aan zijn verdediger getoond zijn: waarbij een briefje, dat zeer bezwarend voor Dreyfus was.

Op grond van dit briefje o.a. is hij door den krijgsraad in December 1894 veroordeeld tot .degradatie en levenslange verbanning naar het Duivelseiland (een der Hes du Salut) bij Cayenne. Op de binnenplaats van het Hotel des Invalides werd de degradatie in den hardsten vorm ten uitvoer gebracht, waarop de verbanning volgde.

Een en ander was voor sommigen een reden het anti-semitisme nog meer aan te wakkeren.Intussen kwam in 1896 de overlegging aan den krijgsraad van geheime stukken bij de berechting van Dreyfus aan het licht. Sommige mensen begonnen nu aan de schuld van Dreyfus te twijfelen, te meer daar men verdenking was gaan koesteren tegen een anderen officier, Esterhazy.

Zoals het met meer van dergelijke zaken gaat, ging het ook hier. Eerst spraken enige mensen er stil onder elkaar over, die kring groeide al meer en meer aan, men sprak er luider en luider over, eindelijk trok de kwestie de algemene aandacht, tot groot ongenoegen van den Generalen Staf. Deze laatste betichtte de revisionisten — dat waren zij, die het vonnis herzien wilden hebben — van gebrek aan vaderlandsliefde.

Om Esterhazy van alle beschuldigingen vrij te pleiten, begon de Generale Staf een proces tegen hem, wegens verkoop van geheime stukken, waarbij hij natuurlijk vrijgesproken werd. Dit was dus een indirecte bevestiging van het vonnis tegen Dreyfus. Bovendien had de Generale Staf reeds in het begin van het verzet tegen de veroordeling van Dreyfus, den hoofdofficier Picquart belast met een onderzoek, om meer bewijzen tegen Dreyfus te verzamelen. Dit liep echter verkeerd af. Picquart was een rechtschapen mens en in plaats van bewijzen tegen Dreyfus; vond hij veel, dat vóór zijn onschuld pleitte en tegen Esterhazy. Bovendien stak hij dit niet onder stoelen of banken.

: De generaals, die een andere houding van Picquart verwacht hadden, zonden hem naar een niet al te veilig oord in Algerië.

Inmiddels was de „zaak Dreyfus” van een rechtszaak een politieke zaak geworden. De conservatieven, de monarchisten en nationalisten waren veelal vóór den Generalen Staf en tegen Dreyfus, de republikeinen, de socialisten en de vrijzinnigen omgekeerd.

Toen trad de grote Franse schrijver Emile Zola op, die zich tot dusver van iedere bemoeiing met de politiek had onthouden. In een vlijmscherp geschrift, getiteld „J’Accuse” (Ik beschuldig), verweet hij den krijgsraad, het ministerie en zelfs den President van de Republiek rechtsverkrachting en medeplichtigheid daaraan en plichtsverzaking, daar zij het onrecht niet gekeerd of hersteld hadden. Het geschrift bracht de gehele wereld in beroering. Het was onmogelijk Zola niet wegens belediging te vervolgen; dat was echter juist, wat deze wenste. Om zich tegen de aanklacht van belediging te verdedigen, moest hij bewijzen, dat zijn beschuldiging van rechtsverkrachting en medeplichtigheid daaraan juist was en zo was hij in de gelegenheid het gehele Dreyfus-proces weer op te rakelen; ditmaal niet voor een krijgsraad met gesloten deuren, maar voor de gewone burgerlijke rechtbank in volle openbaarheid.

Picquart werd daarna teruggeroepen, gevangen gezet, beschuldigd van plichtsverzuim en vrijgesproken; — de krijgsraad kwam met nieuwe vervalste bewijzen tegen Dreyfus; — Zola werd veroordeeld, maar... bij diens proces bleek onomstotelijk, dat Dreyfus op valse documenten, althans op een vals document, veroordeeld was (1898).

Dat was het „nieuwe feit”, dat herziening van het voor Dreyfus uitgesproken vonnis mogelijk maakte.

In 1899 werd Dreyfus van het Duivelseiland naar Frankrijk teruggebracht, om opnieuw terecht te staan. Ditmaal te Rennes in Bretagne. De regering durfde het niet aan de zaak te Parijs te berechten, uit vrees voor opstootjes. Doch de invloed van den Generalen Staf en zijn aanhang was nog zeer groot; Dreyfus werd veroordeeld wegens „landverraad onder verzachtende omstandigheden” tot tien jaar gevangenisstraf. Twaalf dagen later verleende de President der Republiek, Emile Loubet, gratie aan Dreyfus, die zich nu te Genève vestigde.

Nog duurde het vier en een half jaar, vóór het gelukte dit vonnis vernietigd te krijgen en de zaak voor een nieuwen rechter te brengen. In 1904 werd hiertoe besloten en in 1906 werd het vonnis van Rennes vernietigd, Dreyfus in eer en rang hersteld, tot majoor bevorderd en gedecoreerd met het Legioen van Eer. Ook Picquart werd in zijn eer hersteld; hij is later nog Minister van Oorlog geweest.

Onder de officieren van den Generalen Staf werd een opruiming gehouden en de gehele geschiedenis, die geheel Europa jarenlang in spanning gehouden heeft, is een bevestiging van het woord van Zola, die schreef: La vérité est en marche et rien ne l’arrêtera. (De waarheid is op weg en niets zal haar tegenhouden). Dreyfus stierf in 1936.