Françiscus Cornelius Donders (1818—1889) was een van onze meest bekende Nederlandse geneeskundigen. Hij legde zich vooral toe op de oogheelkunde en heeft aldus duizenden mensen van blindheid gered.
In 1840 werd hij benoemd tot officier van gezondheid, in hetzelfde jaar verwierf hij den graad van doctor in de geneeskunde en in 1847 werd hij hoogleraar te Utrecht.
Hij stichtte in deze stad het „Nederlands gasthuis voor ooglijders”, waaraan een wetenschappelijke cursus was verbonden, die ook door vele buitenlanders werd bezocht.
Prof. Donders schreef een groot aantal wetenschappelijke werken over geneeskunde en oogheelkunde. In 1888 werd hij ter gelegenheid van zijn 70ste jaar uit alle delen der wereld gehuldigd en werd hem een fonds aangeboden voor de oprichting van de Donders-stichting.
Hij was een man met een wereldvermaardheid, niet alleen op het gebied der oogheelkunde, maar ook op dat der algemene geneeskunde en der natuurkunde.