(afgeleid van decem, dat tien betekent: denk aan decimeter) is het bij ons gebruikte talstelsel, waarbij steeds tien grootheden één grootheid van hogere orde vormen; dus tien eenheden vormen één tiental, tien tientallen één honderdtal enz.
Bij het schrijven van een getal wordt de waarde der grootheden door hun plaats in het getal bepaald en wel in opklimmende reeks van rechts naar links.
Willen we, om het eens wat huiselijker uit te drukken, aan iemand vertellen, dat we zevenhonderd vijf en dertig postzegels bezitten, dan schrijven we eenvoudig 735, hetgeen eigenlijk betekent 700 + 30 + 5. Onze munt- en maatstelsels zijn eveneens op het tientallig stelsel gebaseerd. Er zijn slechts weinig uitzonderingen, de voornaamste is het Britse Rijk. Maar het vormen van getallen geschiedt ook daar volgens het decimale stelsel.
Bij volken, die nog maar weinig met Europeanen in aanraking zijn geweest, gebruikt men geheel andere talstelsels; ook in de Oudheid werden de getallen op andere wijze geschreven. De Babyloniërs hadden b.v. een vermenging van het zesmet het tientallig stelsel. De Noormannen hadden waarschijnlijk het twintig-tallig stelsel, waarvan in het Deens nog de sporen aanwezig zijn. Men meent ook, dat de Franse telwoorden van 70 tot 100 (soixante-dix, quatre-vingt, quatre vingt-dix) uit de tijden van de invallen der Noormannen in Frankrijk zijn achtergebleven.