Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Steen. (Ruwe)

betekenis & definitie

STEEN. (De RUWE) Is een der onbewegelijke kleinodiën, en wordt op het Tableau der beide eerste St. JANS-graden afgebeeld, nogtans niet in de Loges van het nieuw-Engelsch stelsel. Hij is het zinnebeeld voor de Leerlingen, om zich met allen ijver op de beschaving en verfijning van hun eigen karakter toe te leggen.

In de Ritualen (als b.v. van de Gr Loge de drie Wereldbollen), die op de geschiedenis van de Orde der Tempelieren zinspelen, wordt van driederlei steenen gesproken, namelijk: van eenen ruwen, van eenen behouwen en van eenen verbrijzelden steen.

De ruwe steen stelt de onvolkomenheid aller dingen, en dus ook van onze Orde voor. De gehouwen steen beteekent den gelukkigen toestand onzer Orde, en de verbrijzelde steen heeft betrekking op de onderscheidene veranderingen, welke onze Orde heeft ondergaan. Zie KUBIEKSTEEN.

< >