SIERADEN EENER LOGE. Hierdoor verstaat men de juweelen, tabliers en kordons van eenen graad.
De achtbare Meester draagt aan eenen band het liniaal, de passer en den winkelhaak. De eerste Opziener het waterpas, de tweede Opziener het schietlood. De Sekretaris draagt twee kruiswijze pennen. De Schatmeester den sleutel. De sieraden eener Loge zelve zijn: de Mozaïeke vloer, de vlammende ster en het geslingerd koord; en verder: de Bijbel, de passer en de winkelhaak.