NAPELS en SICILIë. In deze Staten heeft de Vrijmetselarij een bijzonder noodlot gehad. Dan eens werd zij er door de toepassing der Pauselijke bullen en door verbodschriften (KAREL III 1751 en FERDINAND IV 1759,1766,1781) op het strengst vervolgd, en dan weder toegelaten (zie verder het Art. iTALië). De aldaar gevormde Groote Loge zou nog in 1788 hebben bestaan. Het verbodschrift van 1776 vooral werd uitgelokt door den minister TANUCCI, die op willekeurige wijze regeerde, en voor het duurzame zijner magt bevreesd werd, door dat hij vernam, dat vele mannen, die den Koning nabij kwamen, Vrijmetselaars waren geworden.
Reeds begon men dit verbodschrift te vergeten, toen TANUCCI, vreezende dat de Vrijmetselaars weder zouden beginnen te arbeiden, eene list verzon, waardoor hij een nieuw verbodschrift van den Koning kon verkrijgen. Hij gebruikte daartoe een slecht mensch, die ingewijd was, en om een wandaad zijn vaderland had moeten verlaten, wat niet bekend was, en die dus als taalmeester vele lessen had, en met veel menschen, waaronder ook Vrijmetselaars, in aanraking kwam. Door dezen deed TANUCCI een groot aantal Napolitaansche Vrijmetselaars uitnoodigen tot een banket, hun, zoo gezegd werd, aangeboden door eenen Poolschen Prins eene rol door TANUCCI'S vermomden kamerdienaar gespeeld die de Vrijmetselaars zeer genegen was. De argelooze Broeders vielen in den valstrik; zeer velen namen de uitnoodiging aan en begaven zich ter feestzaal, waar men zonder hun weten Loge-meubelen had verborgen. De Grootmeester, Prins DI CARAMANICA, die in 1775 de Broeders had aangeraden hunnen arbeid te staken en zich aan 's Konings bevel te onderwerpen, had van die uitnoodiging gehoord, zonder het verraad te kennen, en zond de gasten een Broeder, die hun de verbodschriften herinnerde en allen arbeid verbood. Zoodra die Broeder in de zaal was getreden, stormden de sbirren (politie-soldaten) binnen, namen allen gevangen, en voerden hen naar den kerker.
Het verdedigingsgeschrift, later door den Advokaat LIOY (zie dat Art.) uitgegeven, werd door den beul in het openbaar verbrand, en lang zuchtten de ongelukkigen in den kerker. De magt van TANUCCI, die algemeen gehaat was, door toedoen der Koningin KAROLINA gefnuikt zijnde, deed zij, nog voor TANUCCI door haar beleid uit de zaken was verwijderd, het Edikt der herroeping met zijne onderteekening verschijnen. Zij deed de gekerkerde Broeders ontslaan, en zorgde, dat zij hunne werkzaamheden konden hervatten. Uit dankbaarheid voor die edelmoedige bemoeijingen, gelastte het Groot-Oosten van Frankrijk, aan zijne onderhoorige werkplaatsen, onder het aantal verpligtte toasten bij de banketten, een heildronk ter eere van Koningin KAROLINA op te nemen. In dat rijk had zich ook onder de Fransche regering het Mitzraïmietiesch stelsel verbreid doch ging er later weder te niet. Ook de Carbonari (zie dat Art.), hadden zich in dat rijk gevestigd en verbreid.
Aanvankelijk hadden zij een zuiver menschlievend doel, maar KAROLINA, die na de verdrijving van haren gemaal, met dezen op het eiland Sicilië verblijf hield, deed hun politieke bedoelingen aannemen, en bezigde die ten voordeele eener mogelijke herwinning van het koningrijk Napels, waarin de Carbonari haar door kleine vrijkorpsen en wapenen hielpen, en zich bij honderden voor FERDiNAND's zaak opofferden, nademaal zij door MURAT's generaal, op de wreedaardigste wijze vervolgd en gedood beter ware het te zeggen, geslagt werden. Koningin KAROLINA had hun beloofd, na het herstel harer dynastie, het bestuur, dat inderdaad grootendeels door hunne medewerking werd hersteld, op de grondslagen van ware vrijheid te vesten. Nadat echter FERDINAND in 1815, den troon der beide Siciliën weder had beklommen, werden de gedane belofte der Koningin niet slechts vergeten, maar ook én Vrijmetselaars, én Carbonari met de grootste gestrengheid vervolgd. Loges en Venta's werden gesloten, de papieren verbrand, en de leden gekerkerd, hetwelk nogtans niet konde beletten, dat in 1820, te Napels eene door de Carbonari bewerkte omwenteling plaats had, die na eenigen tijd werd onderdrukt. Thans is er de V.: M.: geheel vernietigd.