Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Meester, (Opper-uitverkoren)

betekenis & definitie

MEESTER, (OPPER-UITVERKOREN) Uitverkoren, en Opper-Uitverkoren Meester. De benamingen der afdeelingen van den Meestergraad, onder dit Groot-Oosten, van den 25e. dag der 2e. maand 5819, bestaan hebbende, en op voordragt van den Grootmeester Nationaal, in het Koningrijk der Nederlanden, aangenomen, hebben, niet als nieuwe hooge graden, maar als afdeelingen van den Meestergraad, ten doel, de verheven leer en beginsels, daarin verkondigd, meer te ontwikkelen en duidelijk te maken. (Zie verder de Art. UITVERKOREN MEESTER en WETENSCHAPPELIJKE GRADEN).

< >