Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Landmarks, (The old)

betekenis & definitie

LANDMARKS, (THE OLD) of ook wel the old Marks, is eene uitdrukking, welke zoowel in het nieuw-Engelsch Konstitutieboek, als ook op andere plaatsen in onderscheidene beteekenissen wordt gebezigd. Ter vermijding eener verkeerde uitlegging is het niet overbodig, dat wij die hier toelichten. Reeds in het Angelsaksisch, beteekent Markeen teeken, eene vaan, eene grens, en het woord Landmark, word reeds in PHILIPP'S New world of words, verklaard, 1e. door landgrens; 2e. als een sein, of teeken voor schippers, b.v. een rots, een toren, enz. waaraan zij bemerken, in welke rigting zij zeilen; en in het werk, SHERIDAN improved (Londen 1818), wordt Landmark door grensteeken verklaard. Hierdoor worden al de beteekenissen verklaarbaar, waarin die woorden in Maç:. geschriften voorkomen. De uitdrukking old Marks is meer algemeen: deze beteekent, de oude verordeningen en ordonnantiën, en wordt vaak gebezigd in denzelfden zin, als the old charges (de oude wetten).

Een gedeelte dezer old charges, bevatte nogtans bepalingen, ten opzigte van hetgeen de Maçon (Mason), als zoodanig geheim moest houden; en deze wettelijke bepalingen heeten hoofdzakelijk, the marks of secrecy (de grensbepalingen der geheimhouding). Zij bestaan daarin: 1.) dat de kunst, steenen te vormen, en over het algemeen allen eigenlijken steenhouwersarbeid, voor lieden, die slechts metselaars waren, en voordaglooners, geheim gehouden moest worden;
2.) dat daarom T:. W:. en A:., slechts aan de deelgenooten der Broederschap mogten medegedeeld worden;
3.) dat elk lid eener bijzondere Loge, de bijzondere bouwaangelegenheden en de daarmede in verband staande beraadslagingen, niet mogt uitklappen. Op deze drie punten, doelt de echte, oude bepaling (old regulation), welke zich bij de Yorksche Konstitutie bevindt, de oude regels (charges), en grenzen der geheimhouding (marks ofsecrecy), bij alle Logebesluiten voor oogen te houden. Onder de old charges of old marks, bevonden zich echter ook bepaalde verordeningen ten aanzien van het gebied, of eigenlijker het regtsgebied van elke Loge, binnen hetwelk alle, door het gild erkende Meesters en Gezellen (Masters and Fellows), moesten blijven, en binnen hetwelk zij-alleen bevoegd was, het daarstellen van gebouwen te ondernemen, uit welke ondernemingen geen harer Meesters, door een ander Meester uit een ander gebied, dorst worden verdrongen; ten welken einde ook elke Loge een eigen en bijzonder teeken en herkenningsseinen had, welke voor alle andere Loges geheim werden gehouden. Alleen de oude verordeningen, welke betrekking hadden op het bepalen van dat gebied, heeten eigenlijk landgrenzen (landmarkcs), maar na het oprigten van verschillende Groote Loges in Engeland, Schotlanden Ierland, werd deze uitdrukking, op zeer juiste wijze, toegepast, op de bepaling van het wederzijdsch onschendbaar gebied van elke van haar, binnen hetwelk zij metselaars maken, gewone en provinciale Loges konden oprigten. Als echter PRESTON (Illustrations ed. 1812, p. 215) zegt, dat the ancients Landmarks, de grenzen beteekenen, die als muren zijn opgerigt tegen alle nieuwigheden (the boundaries set up as checks to innovation), dan wijkt hij van de oorspronkelijke beteekenis dezer uitdrukking af, en neemt die, gelijk dit ook in de beide uitgaven van het nieuw-Engelsche Konstitutieboek, van 1723 en 1738, geschiedt, aan, als gelijkstaande met old charges, of oldmarks. Daarmede vergelijke men de Art. MEESTER, REGEREND MEESTER en WETTEN.

< >