Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Handschoenen

betekenis & definitie

HANDSCHOENEN. Ieder nieuw aangenomen Broeder in den Leerlingsgraad ontvangt, behalve een tablier of schootsvel, een paar mans handschoenen voor zich, van wit leder of andere stof, terwijl hem bij de overreiking van deze, de zinnebeeldige beteekenis derzelve verklaard wordt, namelijk, dat des Vrijmetselaars handelingen zoo rein en onbevlekt behooren te zijn, als die handschoenen. Ook worden hem bij zijne aanneming een paar vrouwen handschoenen gegeven, voor zijne gade, of het vrouwelijk wezen dat hem het dierbaarste is, ten blijke, dat de Vrijmetselaars Broederschap het vrouwelijke geslacht eene zuivere achting toedraagt, ofschoon de wetten haar de toetreding tot het genootschap ontzeggen. In het jaar 1686 gaf men den Kandidaat reeds mans- en vrouwen handschoenen ten geschenke. Ook in de werkplaatsen der Tempelieren draagt men handschoenen bij den arbeid. Zie ROBERT PLOT, in zijne Natuurlijke Geschiedenis van Staffordshire (Oxford 1686).

< >