Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Aanneming

betekenis & definitie

(De) (Inwijding, Receptie, Initatie) is de toelating van eenen Profaan in de Broederschap, naar van ouds voorgeschrevene vormen en gebruiken. De daarvoor te storten toelagen in de Loge-kas zijn verschillend, en rigten zich naar de plaatselijke omstandigheden; hoc geringer deze zijn, en hoe strenger eene Loge bij de keuze harer nieuwelingen handelt, des te beter is de geest, die in dezelve heerscht.

NOORTHOUCK maakt in zijne uitgave der Constitutien van 1784, bl. 392, enz. over de algemeene verordening der G L: ‘Geene Loge zal ergens iemand tot V M aannemen, zonder vooraf zijne denkwijze (karakter) beproefd te hebben,’ de navolgende aanmerking:

‘Het is te beklagen, dat dit voorschrift niet meer toegepast wordt op buitenlanders, of op zulke inboorlingen, die spoedig moeten afreizen; want evenmin als iemand een huis op een' moerassigen grond bouwen kan, evenmin kan ook een man, wiens regtschapenheid niet beproefd is, als geschikt beschouwd worden, om het eigenaardig karakter eens Vrijmetselaars te bezitten; wanneer men hierop meer lette, dan zoude er meer voor de welvaart en den goeden naam der vereeniging gezorgd worden. Men gaat niet te ver door te zeggen, dat de aanvragen tot aanneming menigmaal ligtzinnig worden goedgekeurd, en vele met gretigheid worden aangenomen op de bloote aanbeveling van dengeen, die den voorslag gedaan heeft. Wierd echter bij het onderzoek ook op de degelijkheid van den Kandidaat en op zijn karakter gelet, dan zoude het Genootschap wel minder talrijk, doch hare leden daarentegen, als menschen en Vrijmetselaren, eerwaardiger zijn.’