BARRUEL (De Abt) is bekend door zijn berucht werk, getiteld: Gedenkschriften van de Geschiedenis der Jacobijnen, hetwelk hij te Londen, ten jare 1797 en 1798, in 4 Deelen, gr. 8vo uitgaf; en waardoor hij niet alleen de Vrijmetselarij in de oogen van het algemeen benadeelde, maar ook aan deszelfs leden de grootste onaangenaamheden veroorzaakte. De Monthly Review zegt daarvan: ‘De Abt BARRUEL maakt van den aanhang der Vrijmetselaren, door hem op een millioen personen gerekend, de hatelijkste schilderij. Alles, wat ten nadeele van denzelven bedacht kan worden, is door hem op de vijandigste wijze bijeenverzameld, door stekelige welsprekendheid misvormd, en door onheusche Kanselkunstenarij verzwaard, om daardoor een' nieuw alarmwekkend spook op te roepen. Van dezen geest maakt hij een allerverschrikkelijksten bullebak, door denzelven te omhangen met het bloedig kleed uit zijn eigen land, en daarbij eene geheele, weinig zamenhangende lijst anecdotes van Fransche snoodheid, Fransche trouweloosheid, Fransche wreedheid te doen verschijnen.’ BARRUEL'S doel wordt door hem zelven, in de Voorrede, met deze woorden opgegeven: ‘Ik noem, in deze gedenkschriften, Jacobijnen, elk en een ieder, die ingewijd is in de grondbeginselen van die gelijkheid en vrijheid, die alles sloopen, en al de snoodheden en rampen der Fransche omwenteling hebben voortgebragt. De geheime geschiedenis dezer lieden, van hunne hoofden en aanhangers (adepten) nagaande, heb ik gezien, dat hunne Secte min hatelijk is, door de slechte daden, welke zij reeds begaan heeft, dan zij geducht is door de uitgebreidheid en algemeenheid van die, op welke zij nog bedacht is.
Uitheemsche volken hebben gesidderd voor het lot van Frankrijk; maar zij weten niet genoeg, wat hen te wachten staat, indien het Jacobinisme de overhand houdt. Om hetzelve zoo veel mogelijk voor te komen, bestem ik deze gedenkschriften, om de driedubbele zamenzwering, de driedubbele Secte, van welke de Jacobijnen slechts het rampzalig uitwerksel zijn, uit de diepe duisternissen ten voorschijn te halen, waarin de Jacobijnen die bedolven houden. De orde, welke ik zal volgen, om deze Secte en deze zamenzweringen te ontwikkelen, zal volstrekt dezelfde zijn, als die, volgens welke zij zich gevormd hebben.1o. Zamenzwering der Sofisten van de ongodsdienstigheid tegen den God van het Christendom, tegen alle Christelijke godsdienst, zonder uitzondering, zonder onderscheid van Protestant of Katholijk, Engelsch Episcopaal of Presbyteriaan, tegen alle Altaren van Geneve, Londen, Amsterdam, zoo wel als tegen die van Parijs of Rome.
2o. Zamenzwering der Sofisten van ongodsdienstigheid en wederspannigheid, tegen al de Koningen.
3o. Zamenzwering der Sofisten van ongodsdienstigheid en regeringloosheid, tegen alle godsdienst en tegen alle regering, ja zelfs zonder onderscheid tegen elke burgerlijke maatschappij en allen eigendom hoegenaamd.
De eerste van deze zamenspanningen was van die lieden, welke zich Wijsgeeren noemden. De tweede, die van de Wijsgeeren, vereenigd met de Loges der Vrijmetselaren. De derde die der Wijsgeeren en der Vrijmetselaren, vereenigd met de Illuminaten. De zamenvoeging der Wijsgeeren, Vrijmetselaren en Illuminé's vormden de Jacobijnen. ’l Ten einde echter te vermijden, dat men hem van leugen en laster konde overtuigen, heeft zijn vertaler en schrijver der voorrede, de voorzigtigheid gehad, overal valsche bij te voegen, als: valsche Loges, valsche VV MM, enz. waardoor hem altijd een schuilhoek bleef.