(< Lat. declinatio = afwijking van de rechte lijn, buiging; < deel'mare = afwijken). Sferische afstand van een punt op de hemelbol tot de aequator.
Vert. van de Griekse term (apoklisis) die in dezelfde astronomische betekenis werd gebruikt (< Gr. apoklinein = afbuigen). De grote cirkels, waarlangs de declinatie gemeten wordt, heten declinatie-cirkels.