Gepubliceerd op 08-10-2020

Lens

betekenis & definitie

(Lat. lens, gen. léntis = linze, platte erwt (in het midden dikker dan aan den rand). Het woord lens (= linze) werd in overdrachtelijken zin gezegd van de ooglens wegens de gelijkenis van vorm, en later voor de geslepen glazen waarvan de eerst gemaakte (die in het midden het dikst waren) op een linze geleken.

Zo draagt ook de dubbel-bolle schijf aan een slinger den naam lens. In M.E. Latijn kreeg lens ook de nieuwe betekenis; b.v. lens crystállina = glazen lens.