Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Voeding (in verband met tandbederf)

betekenis & definitie

Voeding (in verband met tandbederf) - Het tandbederf, de tandcaries, heeft zich vooral bij de cultuurvolkeren sterk uitgebreid. Men kan niet aannemen, dat de tandverzorging hier minder of ondoelmatiger zal zijn dan bij de natuurvolkeren, integendeel, deze zal bij beschaafde volken allicht meer geperfectioneerd zijn. De eenige oorzaak zal dus (behalve in raseigenschappen) in den invloed van het voedsel gezocht moeten worden. Mevr.

Mellanby heeft in deze richting uitgebreide onderzoekingen gedaan, die zich uitstrekten over een tijdruimte van 20 jaren, dus het voordeel hebben van een uitstekenden statistischen ondergrond. Zij constateerde dat ongeveer 80 % van de carieuze tanden fouten in de structuur te zien gaven. Deze fouten in aanleg, kwamen meer voor bij tanden dan bij kiezen.

Zij is van meening, dat deze gebreken in den bouw onmiddellijk verband houden met de voeding. Allereerst zal een normale ontwikkeling in verband staan met een voldoenden toevoer aan kalk- en phosphorzuurverbindingen, aangezien een belangrijk gedeelte van het dentine of tandbeen uit phosphorzure kalk bestaat. Ook het element silicium (kiezel) schijnt hierbij een rol te spelen, ofschoon deze veel minder belangrijk is. Van grooten invloed is echter de aanwezigheid van vitamine D in het voedsel. Dit vitamine houdt direct verband met de assimilatie van kalk en phosphorzuur, zoodat een normale voeding van de tanden afhankelijk is van een voldoenden toevoer van vitamine D. Bekend is, dat de Engelsche ziekte, die vaak een gevolg is van gebrek aan vitamine D, aanleiding is tot vorming van een slecht gebit. Het harde glazuur ontbreekt geheel of is onvoldoende gevormd, zoodat dergelijke tanden veel meer infectiekans hebben dan tanden, die met een flinke emaillaag afgedekt zijn.

Melk, eieren, versche groenten en fruit zorgen voor voldoende kalk- en phosphorzuurverbindingen; lever, levertraan, vitamine D praeparaten en niet te vergeten direct zonlicht en buitenlucht (eventueel te vervangen door het kwikkwartslicht, hoogtezon) voorzien het lichaam van voldoende vitamine D. Een tweede belangrijke omstandigheid, waarop de aandacht gevestigd wordt, is het feit, dat er ook stoffen en verbindingen bestaan, die een bijzonder slechten invloed hebben op de vorming der tanden. Hiermede bedoelen wij niet suiker of dergelijke verbindingen, die oorzaak kunnen zijn van een buitengewone ontwikkeling van micro-organismen in den mond, maar stoffen die den groei door directen invloed belemmeren. De aanwezigheid van fluorverbindingen (een element dat groote overeenkomst vertoont met chloor), schijnt in dat opzicht bijzonder fataal te zijn. Dit element is oorzaak, dat de structuur van het email op vele plaatsen zeer verzwakt. Door vorming van speciale kristallen ontstaan zwakke plekken, die als het ware voorbestemd zijn voor carieuze holten. Verder kon Mellanby constateeren, dat het weefsel waaruit tand en kies is opgebouwd, steeds doorgroeit, zoodat het onjuist is te meenen, dat bij volwassenen geen verandering in het eenmaal gevormde weefsel meer zal plaats grijpen. Regelmatig vormt zich secundair dentine en het is een kwestie van voeding, dat voortdurend ook de stoffen aanwezig zullen zijn, die voor de vernieuwing van dentine en andere weefsellagen noodig zullen blijken. Natuurlijk wordt de invloed van mechanische verzorging en onderhoud der tanden niet ontkend, echter in eerste instantie blijkt het tandbederf een voedingskwestie te zijn en kan als zoodanig doeltreffend bestreden worden.

Het opzienbarende rapport van Mellanby, dat overgelegd werd aan een belangrijk buitenlandsch college (Engelsche Gezondheidsraad), eindigt met de mededeeling, dat ten einde het voorkomen van tandziekte, vooral in de gematigde zône te beperken, het zeer noodzakelijk is belangrijke wijzigingen te brengen in de voeding. In de allereerste plaats van zwangere en zoogende vrouwen en van kinderen, tijdens de tandontwikkeling. Het gebruik van melk, kaas, eieren, vet van dieren, visschen en groenten zou belangrijk moeten worden uitgebreid en dat van meelspijzen dienovereenkomstig worden verminderd. Voor zeer jonge kinderen wordt het zelfs geheel ontraden. Borstvoeding is voor de toekomstige ontwikkeling van het melkgebit van het hoogste belang en moet lang worden voortgezet (tot één jaar, indien mogelijk). Gedurende de tweede helft van het eerste levensjaar worde bijvoeding gegeven, die vitamine C en ijzer bevat.

Levertraan of een andere bron van de vitaminen A en D moet aan alle zuigelingen en kinderen worden toegediend. Deze algemeene richtlijnen zullen ongetwijfeld leiden tot vorming van beter ontwikkelde tanden en kiezen en van de weefsels, die deze onmiddellijk omgeven. Door dit alles zal de structuur van tanden en kiezen beter worden, waardoor het binnendringen van bacteriën bemoeilijkt wordt. Zoowel tandbederf als ontsteking van de tandkassen zullen hierdoor aanzienlijk verminderen. Het geregeld schoonhouden en poetsen van de tanden en kiezen, zullen deze middelen doeltreffend ondersteunen.