Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Fruit

betekenis & definitie

Fruit - (indeeling naar het gehalte aan koolhydraten).

Een gehalte aan koolhydraten van 0 tot 5 % hebben: aalbessen, Spaansche kersen, meloenen, perziken en pompelmoezen.

Een gehalte van 5 tot 10 % hebben: aardbeien, versche appels, citroenen, frambozen, kersen, kruisbessen en versche vijgen.

Een gehalte van 10 tot 15 % hebben: abrikozen, ananas, druiven, versche peren, sinaasappels, manderijnen, grapefruit en pinda's. Een gehalte van 15 tot 20 % hebben: bananen, pruimen, gedroogde amandelen.

Een gehalte van meer dan 22 % hebben gedroogde abrikozen 29 %, gedroogde appels 50 %, gedroogde bananen 57 %, geconfijte dadels 57 %, gedroogde peren 46 %, gedroogde pruimen 43 %, tamarinde 46 %, gedroogde vijgen 54 %, kastanjes 57 %.